Met de brede dialoog ZORG2030 gaven het UZ Brussel en de Vrije Universiteit Brussel ook patiënten de gelegenheid om mee te denken en hun ideeën te delen over hoe gezondheidszorg er volgens hen in de toekomst moet gaan uitzien en welke zaken er nog beter kunnen. Van zodra ik de oproep zag, werd ik geprikkeld en heel nieuwsgierig. Ook ik vind dat er nog heel veel zaken anders kunnen aangepakt worden in de gezondheidszorg. Ik hield de website van ZORG2030 in de gaten en las de ideeën en opmerkingen van artsen, patiënten en alle andere mensen die op één of andere manier iets met gezondheidszorg te maken hebben. Het stemde mij gelukkig dat er nog zoveel mensen begaan zijn met gezondheidszorg en ook inzien dat er iets moet veranderen. Ik heb meerdere keren op het duimpje geklikt, om aan te geven dat ik het eens was met een stelling. Jammer genoeg kon ik, door omstandigheden, niet deelnemen aan de dialoogtafels die ook nog werden georganiseerd (het ging op dat moment net niet zo goed met de gezondheid...) Stiekem hoopte ik dat ik op een ander moment nog in de gelegenheid zou komen om de mensen die dit hele project hebben opgestart eens te ontmoeten 'in real life'. En kijk....
In mei ontving ik een uitnodiging met de vraag of ik zin had om aanwezig te zijn op de voorstelling van het Zorgrapport 2030 in Brussel. Ik was aangenaam verrast dat ik ook als patiënt de kans kreeg om naar deze voorstelling te komen en ik heb me dan ook meteen in geschreven. Tijdens de presentatie viel ik van de ene verbazing in de andere...Ik dacht dat ik al heel wat wist over de gezondheidszorg van de toekomst, maar die avond heb ik nog zoveel nieuwe dingen gehoord. Geloof het of niet, ik voelde me op een bepaald moment echt 'happy'. Vooral omdat ik zag met hoeveel gedrevenheid artsen, CEO's en zelfs projectontwikkelaars (voor de bouw van nieuwe ziekenhuizen) vertelden over hun ideeën en projecten die ze reeds verwezenlijkt hadden.
Toegegeven, het voelde eerst een beetje onwennig om als patiënt tussen een groep mensen te staan die al een zekere bekendheid hebben verworven in de gezondheidszorg. Gelukkig was mijn superman zo lief om mij te vergezellen en uiteindelijk trok ik mijn stoute schoenen aan en knoopte ik een gesprek aan met Koen Kas (Professor oncologie UGent, gezondheidsfuturoloog en oprichter van Healthskouts), die de nodige tijd nam om een woordje uitleg te geven over zijn visie wat betreft de toekomst van de gezondheidszorg :
en de Vrije Universiteit Brussel u de gelegenheid om mee te denken en uw visie te delen
"Alle gezondheidstrackers ten spijt weten we nog maar bitter weinig over ons lichaam. Het is zelfs zo erg dat we meer weten over een pakketje dat we versturen dan over ons eigen lichaam. Dankzij technologie kunnen we ons lichaam leren lezen. Het blijft niet langer bij een vermoeden dat je niet goed bezig bent, maar je krijgt ook data en inzichten, die nodig zijn om gezonder te leven. Een belangrijke stap is niet enkel data over het lichaam te verzamelen, maar om met die data persoonlijke richtlijnen te vormen. Er is een pleister in ontwikkeling die mensen er via een berichtje op hun smartphone of televisie aan herinnert dat ze water moeten drinken. Een dun techlaagje aan de binnenkant van een bh kan een beginnende tumor signaleren.’Het lichaam wordt zijn eigen onderzoekslab, dat op basis van verzamelde data via de sensoren weergeeft wat schaadt en wat baat. We moeten ons dan niet langer baseren op wat men zegt dat goed voor ons is, want ons lichaam vertelt het wel. Sensoren kunnen ziektes ook opsporen voor het te laat is, waardoor we niet langer aan ziekenzorg maar aan gezondheidszorg kunnen doen' (*)
Ik stond versteld om te vernemen welke technologische snufjes er nu reeds gebruikt worden om mensen gezond(er) te houden. Ik kwam ook meer te weten over Dermables - gezondheidstrackers die op het lichaam kleven. Anders dan wearables (vb. een stappenteller) kunnen ze veel meer meten, zoals de pH-waarde, de temperatuur en het vochtgehalte van de huid. Ik vernam dat er zelfs al kledij in ontwikkeling is die ervoor zorgt dat het lichaam automatisch wordt afgekoeld, wanneer de lichaamstemperatuur te hoog wordt. Voor MS-patiënten zorgen tropische temperaturen soms wel eens voor problemen (sommige klachten nemen bij hoge temperaturen vaak toe). Ik kan dergelijke ontwikkelingen dus alleen maar toejuichen en hoop dat deze nieuwe technologieën heel veel patiënten een kwaliteitsvoller leven zullen geven.
Even later had ik ook een gesprek met Prof. Dr. Marc Noppen (CEO van UZ Brussel). Hij vindt dat we ons veel meer moeten bezig houden met gezondheidszorg in plaats van ziekenzorg. Indien we meer focussen op preventieve acties, is de kans groot dat er minder mensen ernstig ziek worden. We moeten in de eerste plaats trachten om te vermijden dat mensen ziek worden, door meer in te zetten op preventie. En wanneer bepaalde ziektes vroegtijdig worden opgespoord kan er ook meteen een behandeling gestart worden, waarvoor het misschien niet eens nodig is dat mensen naar het ziekenhuis komen. Zou het ook geen goed idee zijn om van een ziekenhuis een gezondheidscentrum te maken, waar mensen terecht kunnen voor een volledige medische check-up? Terwijl ze in het gezondheidscentrum verblijven kunnen ze ook workshops volgen waarbij ze tips krijgen hoe ze gezonder kunnen leven ?
Het spreekt voor zich dat patiënten met ernstige aandoeningen uiteraard nog de nodige zorg moeten krijgen in een gespecialiseerd ziekenhuis. Maar misschien kunnen deze specialisaties verdeeld worden over verschillende campussen. Is het eigenlijk noodzakelijk om hele grote ziekenhuizen te bouwen, waarbij alles op één plek gevestigd is ? Zou het voor een patiënt niet aangenamer zijn om naar kleinere centra te gaan, die gespecialiseerd zijn in een bepaalde aandoening ? Op die manier kan je patiënten misschien ook helpen en stimuleren om contact te hebben met lotgenoten waarbij ervaringen en tips kunnen uitgewisseld worden.
We moeten ook een structuur bedenken die patiënten zo snel mogelijk terug kan begeleiden naar hun eigen vertrouwde omgeving. Vandaag de dag zitten we in een systeem dat wacht tot we ziek zijn en daar geld mee verdient. Dat model is achterhaald. Heel wat ziekenhuizen zoeken naar systemen om patiënten thuis te helpen. In plaats van te betalen voor een bed, betaal je voor de technologie om van op afstand gemonitord en thuis verzorgd te worden. We zullen dan enkel nog voor gespecialiseerde en dure verzorging naar het ziekenhuis gaan. Ook deze visie volg ik voor de volle 100%. Als chronisch patiënt wil ik een ziekenhuisopname zoveel mogelijk vermijden. Ik word er gewoon niet gelukkiger van om in een ziekenhuisbed te liggen, waar ik 's ochtends om 7 uur gewekt word omdat de bloeddruk moet gemeten worden, de medicatie moet gegeven worden en het ontbijt moet opgediend worden. Ik krijg stress van al het heen en weer geloop met karretjes en het gepiep van toestellen in de gangen, waardoor ik vaak niet eens tot rust kom. Ook al is het contact met verpleegkundigen (voor wie ik overigens heel veel waardering heb) altijd goed, toch mis ik ook vaak een stukje mijn privacy. Op ieder moment kan iemand je kamer binnen komen en vaak net op die momenten waarop je dan eindelijk toch eventjes ben ingedommeld in bed en de nodig rust gevonden hebt.
In mei ontving ik een uitnodiging met de vraag of ik zin had om aanwezig te zijn op de voorstelling van het Zorgrapport 2030 in Brussel. Ik was aangenaam verrast dat ik ook als patiënt de kans kreeg om naar deze voorstelling te komen en ik heb me dan ook meteen in geschreven. Tijdens de presentatie viel ik van de ene verbazing in de andere...Ik dacht dat ik al heel wat wist over de gezondheidszorg van de toekomst, maar die avond heb ik nog zoveel nieuwe dingen gehoord. Geloof het of niet, ik voelde me op een bepaald moment echt 'happy'. Vooral omdat ik zag met hoeveel gedrevenheid artsen, CEO's en zelfs projectontwikkelaars (voor de bouw van nieuwe ziekenhuizen) vertelden over hun ideeën en projecten die ze reeds verwezenlijkt hadden.
Toegegeven, het voelde eerst een beetje onwennig om als patiënt tussen een groep mensen te staan die al een zekere bekendheid hebben verworven in de gezondheidszorg. Gelukkig was mijn superman zo lief om mij te vergezellen en uiteindelijk trok ik mijn stoute schoenen aan en knoopte ik een gesprek aan met Koen Kas (Professor oncologie UGent, gezondheidsfuturoloog en oprichter van Healthskouts), die de nodige tijd nam om een woordje uitleg te geven over zijn visie wat betreft de toekomst van de gezondheidszorg :
en de Vrije Universiteit Brussel u de gelegenheid om mee te denken en uw visie te delen
"Alle gezondheidstrackers ten spijt weten we nog maar bitter weinig over ons lichaam. Het is zelfs zo erg dat we meer weten over een pakketje dat we versturen dan over ons eigen lichaam. Dankzij technologie kunnen we ons lichaam leren lezen. Het blijft niet langer bij een vermoeden dat je niet goed bezig bent, maar je krijgt ook data en inzichten, die nodig zijn om gezonder te leven. Een belangrijke stap is niet enkel data over het lichaam te verzamelen, maar om met die data persoonlijke richtlijnen te vormen. Er is een pleister in ontwikkeling die mensen er via een berichtje op hun smartphone of televisie aan herinnert dat ze water moeten drinken. Een dun techlaagje aan de binnenkant van een bh kan een beginnende tumor signaleren.’Het lichaam wordt zijn eigen onderzoekslab, dat op basis van verzamelde data via de sensoren weergeeft wat schaadt en wat baat. We moeten ons dan niet langer baseren op wat men zegt dat goed voor ons is, want ons lichaam vertelt het wel. Sensoren kunnen ziektes ook opsporen voor het te laat is, waardoor we niet langer aan ziekenzorg maar aan gezondheidszorg kunnen doen' (*)
Ik stond versteld om te vernemen welke technologische snufjes er nu reeds gebruikt worden om mensen gezond(er) te houden. Ik kwam ook meer te weten over Dermables - gezondheidstrackers die op het lichaam kleven. Anders dan wearables (vb. een stappenteller) kunnen ze veel meer meten, zoals de pH-waarde, de temperatuur en het vochtgehalte van de huid. Ik vernam dat er zelfs al kledij in ontwikkeling is die ervoor zorgt dat het lichaam automatisch wordt afgekoeld, wanneer de lichaamstemperatuur te hoog wordt. Voor MS-patiënten zorgen tropische temperaturen soms wel eens voor problemen (sommige klachten nemen bij hoge temperaturen vaak toe). Ik kan dergelijke ontwikkelingen dus alleen maar toejuichen en hoop dat deze nieuwe technologieën heel veel patiënten een kwaliteitsvoller leven zullen geven.
Even later had ik ook een gesprek met Prof. Dr. Marc Noppen (CEO van UZ Brussel). Hij vindt dat we ons veel meer moeten bezig houden met gezondheidszorg in plaats van ziekenzorg. Indien we meer focussen op preventieve acties, is de kans groot dat er minder mensen ernstig ziek worden. We moeten in de eerste plaats trachten om te vermijden dat mensen ziek worden, door meer in te zetten op preventie. En wanneer bepaalde ziektes vroegtijdig worden opgespoord kan er ook meteen een behandeling gestart worden, waarvoor het misschien niet eens nodig is dat mensen naar het ziekenhuis komen. Zou het ook geen goed idee zijn om van een ziekenhuis een gezondheidscentrum te maken, waar mensen terecht kunnen voor een volledige medische check-up? Terwijl ze in het gezondheidscentrum verblijven kunnen ze ook workshops volgen waarbij ze tips krijgen hoe ze gezonder kunnen leven ?
Het spreekt voor zich dat patiënten met ernstige aandoeningen uiteraard nog de nodige zorg moeten krijgen in een gespecialiseerd ziekenhuis. Maar misschien kunnen deze specialisaties verdeeld worden over verschillende campussen. Is het eigenlijk noodzakelijk om hele grote ziekenhuizen te bouwen, waarbij alles op één plek gevestigd is ? Zou het voor een patiënt niet aangenamer zijn om naar kleinere centra te gaan, die gespecialiseerd zijn in een bepaalde aandoening ? Op die manier kan je patiënten misschien ook helpen en stimuleren om contact te hebben met lotgenoten waarbij ervaringen en tips kunnen uitgewisseld worden.
We moeten ook een structuur bedenken die patiënten zo snel mogelijk terug kan begeleiden naar hun eigen vertrouwde omgeving. Vandaag de dag zitten we in een systeem dat wacht tot we ziek zijn en daar geld mee verdient. Dat model is achterhaald. Heel wat ziekenhuizen zoeken naar systemen om patiënten thuis te helpen. In plaats van te betalen voor een bed, betaal je voor de technologie om van op afstand gemonitord en thuis verzorgd te worden. We zullen dan enkel nog voor gespecialiseerde en dure verzorging naar het ziekenhuis gaan. Ook deze visie volg ik voor de volle 100%. Als chronisch patiënt wil ik een ziekenhuisopname zoveel mogelijk vermijden. Ik word er gewoon niet gelukkiger van om in een ziekenhuisbed te liggen, waar ik 's ochtends om 7 uur gewekt word omdat de bloeddruk moet gemeten worden, de medicatie moet gegeven worden en het ontbijt moet opgediend worden. Ik krijg stress van al het heen en weer geloop met karretjes en het gepiep van toestellen in de gangen, waardoor ik vaak niet eens tot rust kom. Ook al is het contact met verpleegkundigen (voor wie ik overigens heel veel waardering heb) altijd goed, toch mis ik ook vaak een stukje mijn privacy. Op ieder moment kan iemand je kamer binnen komen en vaak net op die momenten waarop je dan eindelijk toch eventjes ben ingedommeld in bed en de nodig rust gevonden hebt.
Ik heb gelukkig een goed contact met mijn huisarts en mijn neurologe. Ik kan online afspraken maken met hen. Ik kan hen mailen wanneer ik mij toch wat zorgen maak en krijg ook telkens een duidelijk antwoord. Alles wordt vanop afstand goed opgevolgd en in de gaten houden. Indien nodig komen ze langs of ik ga zelf op consult. Ik heb ook het geluk dat ik een hele lieve man en 2 dochters heb, die telkens wanneer het iets minder goed met mij gaat, de zorg voor mij opnemen en het thuis zo comfortabel mogelijk maken voor mij. Thuis verzorgd worden en herstellen heeft zoveel voordelen.
Ik zou bijna durven zeggen dat ik zelfs iets sneller terug op de been geraak, doordat ik op mijn eigen tempo, in een vertrouwde omgeving, omringd door mensen met wie ik een nauwe band heb, de tijd krijg om te genezen.
Het enige wat ik wel nog mis is het multidisciplinair werken binnen de gezondheidszorg. Dit betekent dat de huisarts samen met de specialisten een team vormt, dat samen het medisch probleem van de patiënt holistisch benadert en ook rekening houdt met het psychisch welzijn van de patiënt. Er wordt naar mijn gevoel ook nog teveel gewerkt rond symptomatische behandelingen en te weinig rekening gehouden met de mentale draagkracht van een patiënt en de veerkracht van andere gezinsleden. Het zou leuker zijn indien alle hulpverleners die worden ingeschakeld voor de zorg, regelmatig contact hebben met elkaar, zodat er samen kan nagedacht worden over de best mogelijke zorg voor een patiënt en zijn/haar familie.
Het is ook belangrijk dat de patiënt de mogelijkheid krijgt om mee te beslissen welke behandeling er zal gevolgd worden. Een open en eerlijke communicatie is hierbij noodzakelijk. De patiënt moet een centrale rol innemen en via apps kunnen zorgverleners hem/haar motiveren om een behandeling zo goed mogelijk op te volgen. Ook het idee om gezond gedrag van een patiënt te belonen, vond ik een hele leuke benadering. Patiënten worden bij het zelf-management digitaal ondersteund: zo kan hij/zij zelf een afspraak inboeken bij de huisarts en worden zelfmanagementapps terugbetaald, bijv. apps die hem herinneren aan het innemen van medicatie. Door een patiënt te belonen, verhoog je de motivatie om trouw te blijven aan de therapie. Het is als het ware het extra schouderklopje dat een patiënt soms nodig heeft om zijn therapie vol te houden en door te zetten.
Ik zou bijna durven zeggen dat ik zelfs iets sneller terug op de been geraak, doordat ik op mijn eigen tempo, in een vertrouwde omgeving, omringd door mensen met wie ik een nauwe band heb, de tijd krijg om te genezen.
Het enige wat ik wel nog mis is het multidisciplinair werken binnen de gezondheidszorg. Dit betekent dat de huisarts samen met de specialisten een team vormt, dat samen het medisch probleem van de patiënt holistisch benadert en ook rekening houdt met het psychisch welzijn van de patiënt. Er wordt naar mijn gevoel ook nog teveel gewerkt rond symptomatische behandelingen en te weinig rekening gehouden met de mentale draagkracht van een patiënt en de veerkracht van andere gezinsleden. Het zou leuker zijn indien alle hulpverleners die worden ingeschakeld voor de zorg, regelmatig contact hebben met elkaar, zodat er samen kan nagedacht worden over de best mogelijke zorg voor een patiënt en zijn/haar familie.
Het is ook belangrijk dat de patiënt de mogelijkheid krijgt om mee te beslissen welke behandeling er zal gevolgd worden. Een open en eerlijke communicatie is hierbij noodzakelijk. De patiënt moet een centrale rol innemen en via apps kunnen zorgverleners hem/haar motiveren om een behandeling zo goed mogelijk op te volgen. Ook het idee om gezond gedrag van een patiënt te belonen, vond ik een hele leuke benadering. Patiënten worden bij het zelf-management digitaal ondersteund: zo kan hij/zij zelf een afspraak inboeken bij de huisarts en worden zelfmanagementapps terugbetaald, bijv. apps die hem herinneren aan het innemen van medicatie. Door een patiënt te belonen, verhoog je de motivatie om trouw te blijven aan de therapie. Het is als het ware het extra schouderklopje dat een patiënt soms nodig heeft om zijn therapie vol te houden en door te zetten.
Ziekenhuizen zonder wachtzalen, maar met één grote gemeenschappelijke ruimte die zo is ingericht dat het voor de 'wachtende patiënt' aangenaam is om te vertoeven. In een groene omgeving, met knusse hoekjes waar je een boek kan lezen, een kopje thee kan drinken of gewoon een gezellige babbel kan hebben met andere patiënten die op consultatie komen. En artsen die jou via WhatsApp laten weten dat het jouw beurt is om op consult te komen, zodat je niet onnodig lang hoeft wachten in een kale wachtzaal. Intussen genieten van een streepje live muziek, opgevoerd door studenten van het conservatorium, die hun muziekstukken inoefenen en meteen ook hun talent kunnen tonen aan een ruimer publiek (volgens mij is dit een win/win situatie)
Sensoren die ziektes opsporen voor het te laat is. Of sensoren inslikken (insidables) die van binnen in ons lichaam informatie geven over onze gezondheid. Er zijn al testen met een sensor in medicatie. Zodra iemand zijn pil inneemt, zendt die sensor een signaal uit om dat aan de dokters te laten weten.’
Het lijkt soms science fiction...Het doet mij denken aan Star trek, waarbij Dr. Spock alles logisch analyseert en vervolgens de meest gunstige oplossing zoekt. Wie had ooit gedacht dat technologieën die reeds toegepast werden in een tv-serie die voor het eerst in 1966 op tv kwam, vandaag de dag ook echt zouden toegepast worden. Toen leek het allemaal magisch en onmogelijk.
Het was iets waar we alleen meer konden van dromen. Dat België beslist om op digitale gezondheidszorg in te zetten is alvast een beloftevol teken. Vandaag de dag worden er reeds medische apps voorgeschreven. De volgende stap is alle apps op elkaar afstemmen. Bedrijven werken te vaak geïsoleerd en moeten meer focussen op het vormen van een technologisch ecosysteem rond de patiënt. Door toestellen te laten samenwerken wordt één plus één niet twee, maar drie.
Ik ben alvast voorstander en ben benieuwd om deze nieuwe technologieën uit te testen.
Conclusie : de voorstelling van het rapport ZORG2030 was voor mij vernieuwend, verrassend en heel erg leerrijk. Ik vond ook de manier waarop Edgard Eeckman (communicatieverantwoordelijke UZ Brussel) en Dirk Denoyelle (corporate comedian) alle gastsprekers onthaalden heel origineel. Alle gastsprekers kwamen op ziekenbezoek op de kamer van Dirk en werden met de nodige humor en soms ook kritische vragen ontvangen. Geef toe : humor is nog steeds het beste medicijn, toch ?
Het doel van ZORG2030 was elkaar te inspireren en mensen aansporen om buiten de de klassieke kaders te denken. Want als zorg fundamenteel moet veranderen, dan moeten we ook durven.
Durven, denken en doen. Zelfs mijn superman was onder de indruk en zit met wilde ideeën om misschien ooit zelf iets te ontwerpen, waarmee hij patiënten kan helpen of hun verblijf in het ziekenhuis aangenamer kan maken. Ook mijn superman is enthousiast, heeft de nodige inspiratie gekregen en begint buiten de klassieke kaders te denken. Kortom...Missie geslaagd ! :)
Benieuwd naar het rapport Zorg 2030 ? Klik op onderstaande link
zorg2030.be/
Wil je meer te weten komen over prof. Koen Kas ?
koenkas.com/
(*) deel van de blogtekst werd overgenomen uit een artikel van De Tijd : 'Elk lichaam krijgt zijn eigen thermometer)(www.tijd.be/tech-media/technologie/koen-kas-elk-lichaam-krijgt-zijn-eigen-thermometer/9890336.html)
Website Edgard Eeckman (over patiënt empowerment en de relatie tussen patiënt en huisarts) :
www.edgardeeckman.be/